Navigeren door het Wettenlabyrint in de Flexbranche: Tips voor Uitzendorganisaties
24 juni 2024
Bekijk blogbericht
Er is een onderhandelingsresultaat tussen de FNV, CNV Vakmensen, De Unie, ABU en NBBU bereikt over de nieuwe Cao voor Uitzendkrachten. Een onderhandelingsresultaat is nog geen definitieve wijziging. Op 11 januari 2023 is het resultaat voorgelegd aan de leden van de ABU. Zij hebben ingestemd met de voorgestelde wijzigingen. Het is nu aan de andere partijen om akkoord te geven, vervolgens worden de teksten verder uitgewerkt. Wanneer het resultaat definitief is laten we dit natuurlijk weten.
Update 26 januari 2023: De ABU, NBBU en vakbonden hebben ingestemd met de nieuwe cao. Dit betekent dat er op 1 juli 2023 een aantal wijzigingen ingaan ten opzichte van de huidige cao. Er wordt nu aan de definitieve teksten gewerkt. Zodra deze bekend zijn delen we deze uiteraard.
De huidige cao heeft namelijk een looptijd van 17 november 2021 tot 2 januari 2023. Dit onderhandelingsresultaat heeft een looptijd van 2 januari 2023 tot 1 januari 2024. De partijen hebben wel de wens uitgesproken om een meerjarige samenwerking aan te gaan. Mochten ze daar niet uitkomen wordt deze cao automatisch een jaar verlengd. De eerste wijzigingen gaan per 1 juli 2023 gelden.
De belangrijkste veranderingen zijn als volgt. Let wel op dat, zolang de definitieve teksten nog niet bekend zijn, er nog kleine verschillen kunnen ontstaan.
Er moet kritischer worden gekeken naar de inschaling van de uitzendmedewerker. Wanneer er voor eigen medewerkers geen rekening gehouden wordt met ervaring, mag de uitzendmedewerker niet meer automatisch op de laagste trede worden ingeschaald. Er moet overleg plaatsvinden tussen de intermediair, opdrachtgever en medewerker welke schaal en trede van toepassing zijn op basis van relevante werkervaring
Gaat een medewerker opnieuw aan de slag voor dezelfde opdrachtgever in een vergelijkbare functie, moet de schaal minimaal gelijk zijn aan de laatste schaal die de medewerker daar gehad heeft. Ongeacht de tijd die tussen het laatste dienstverband zit. Zit er minder dan 9 maanden tussen de onderbreking dan gelden eventuele tredeverhogingen, alsof er geen tijd tussen heeft gezeten.
In de inlenersbeloning zijn periodieken al benoemd. Deze moeten voor de uitzendmedewerker gelijk zijn aan die van medewerkers in dienst bij de opdrachtgever. Mocht de periodiek afhankelijk zijn van een beoordeling dan krijgt de uitzendmedewerker de verhoging altijd, tenzij er een negatieve beoordeling aangetoond kan worden. Is er geen beoordeling geweest of was deze te laat? Dan krijgt de medewerker die periodieke verhoging, in lijn met de mediaan van de beoordelingen bij de opdrachtgever.
De inlenersbeloning bestaat vanaf 2 januari 2023 uit 10 punten. Zoals het er nu naar uitziet komen daar vanaf 1 juli 2023 nog 2 aanvullingen bij.
Uitzendmedewerkers hebben nu vaak al recht op een transitievergoeding, maar zijn daar meestal niet van op de hoogte. Het moet voor uitzendmedewerkers duidelijker worden of ze er recht op hebben. Daarnaast moet de periode waarop iemand er aanspraak op kan maken langer worden.
Daarom willen de partijen per 1 april 2023 al een wijziging rondom de transitievergoeding. Deze wijziging geldt dan voor alle contracten die na 1 januari 2023 zijn geëindigd. Heeft de medewerker geen transitievergoeding gekregen, maar hier wel recht op? Dan kan deze persoon bij de rechtbank een verzoek indienen tot 12 maanden na einddatum van het contract.
Heeft een medewerker recht op de vergoeding en wordt deze later dan 1 maand na eindiging van het contract betaald? Dan moet er wettelijke rente over de transitievergoeding betaald worden.
Door enkele rechterlijke uitspraken is er onduidelijkheid ontstaan over uitzendmedewerkers met een overeenkomst met uitzendbeding. Deze contracten eindigen wanneer een persoon ziek is. Dat willen de partijen voorkomen en is niet in lijn met de wetgeving. Bij PRO HRM maken we geen gebruik van deze constructie. Al onze contracten zijn zonder uitzendbeding en lopen dus tot de einddatum door.
Momenteel ontvangt een medewerker met een Fase A contract die ziek uit dienst gaat, 70% van het dagloonbesluit werknemersverzekering uitkeringsdagloon. Dit wordt aangepast naar 90% van dit uitkeringsdagloon voor de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid. De 53ste tot de 104e week naar 80%. Er wordt nog gekeken naar mogelijkheden voor een sectorbrede ziektewetuitkering ter compensatie van deze nieuwe regeling.
Met ingang van 1 juli 2023 wordt een artikel aangepast waardoor alle uitzendcontracten bij dezelfde inlener voor minimaal vier weken worden aangegaan. Bij PRO HRM is dit al het geval.
Per 1 januari 2024 willen de partijen een regeling hebben voor de prijs van huisvesting. Ze willen hier uiterlijk 1 juni 2023 akkoord over hebben.
In lijn met de wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden willen de partijen dat uitzendmedewerkers meer inspraak hebben op hun werktijden. De medewerker moet in staat worden gesteld om beschikbaarheid aan te geven. De medewerker kan alleen ingepland worden buiten deze tijden met toestemming van de medewerker.
De partijen willen dat uitzendmedewerkers ook toegang krijgen tot de ouderenregelingen in de sector. Er wordt uitgezocht hoe regelingen die bij opdrachtgevers specifiek voor oudere medewerkers gelden, ook kunnen gelden voor uitzendmedewerkers.
Zoals eerder gemeld zijn deze regelingen nog niet definitief. Er is wel akkoord van alle partijen, maar de definitieve teksten zijn nog niet bekend. Wanneer de cao tkesten definitief bekend zijn, zullen we alle wijzigingen voor je op een rij zetten. Heb je nu al vragen? Neem contact met ons op.
Je kunt het volledige onderhandelingsresultaat hier terugvinden (opent in pdf).