Navigeren door het Wettenlabyrint in de Flexbranche: Tips voor Uitzendorganisaties
24 juni 2024
Bekijk blogbericht
Op 19 september 2023 was het Prinsjesdag. Het jaarlijkse moment waarop het kabinet bekend maakt wat de plannen zijn voor het volgende jaar. Uit de miljoenennota blijkt dat het demissionair kabinet o.a. € 2 miljard uittrekt om armoede te bestrijden.
We hebben afgelopen jaar natuurlijk te maken gehad met hoge inflatie. Energie, boodschappen, benzine. Alles is duurder geworden. Daar zijn al maatregelen tegen genomen door de overheid. Denk bijvoorbeeld aan de energietoeslag, verlagen van accijns op benzine of het verhogen van het minimumloon met 10% in januari 2023.
Ook zijn er dit jaar veel cao-lonen verhoogd. Onder andere door goede onderhandelingen van de vakbonden en stakingen. Helaas zijn de kosten nog steeds hoog, ook al is de inflatie wel wat afgenomen.
In dit artikel gaan we dieper in op alle plannen van het demissionaire kabinet. Houd er rekening mee dat niet alle genoemde plannen definitief zijn. Natuurlijk houden we je op de hoogte wanneer er plannen wijzigen.
Er zijn afgelopen jaar veel nieuwe plannen voor de arbeidsmarkt en flexbranche gepresenteerd. Doordat geen van de onderwerpen die minister van Gennip heeft gepresenteerd controversieel zijn verklaard, kun je deze wijzigingen verwachten.
Ieder jaar gaan op 1 januari en 1 juli de minimumlonen omhoog. De precieze bedragen worden bekend gemaakt in oktober. Er wordt gesproken over een verhoging van het minimumloon met 1,7% in januari 2024. Wat wel gaat veranderen is de invoering van een minimumuurloon. In de huidige situatie verdient iemand die 40 uur werkt minder dan iemand die 36 uur werkt. Er wordt namelijk uitgegaan van een minimum maandloon.
Door de invoering van een minimumuurloon betekent meer uren werk, ook meer geld verdienen. Dat is natuurlijk goed nieuws voor personen die 40 uur werken. Op basis van de huidige berekeningen gaan deze personen er ruim 13% op vooruit.
Voor werknemers onder de 21 jaar geldt het minimumjeugdloon. Vanaf 1 januari 2024 wordt ook voor deze personen uitgegaan van een jeugdloon per uur. Dit is een afgeleide van het wettelijk minimumuurloon. Ook uitkeringen stijgen mee in lijn met het minimumloon
Het kabinet vindt dat een 0-urencontract teveel onzekerheid geeft en daarom plaats moet maken voor een basiscontract. Dit wordt ook wel min-max contract genoemd. Hiermee krijgen alle medewerkers een minimaal aantal (garantie)uren. Deze uren moeten ze dus werken of in ieder geval uitbetaald krijgen. Ook komt er een bovengrens van maximaal 130% van de (beschikbaarheids)uren. Binnen deze uren moet een medewerker komen werken, wanneer de werkgever dat vraagt. De medewerker mag buiten deze grens van 130% een oproep weigeren.
Minister van Gennip heeft in april 2023 een plan voor een hervorming van de arbeidsmarkt ingediend. Een van de aanpassingen die ze wil doen is de totale ketenbepaling rond uitzenden terugbrengen naar 3 jaar.
In de huidige ABU CAO voor Uitzendkrachten staat:
Fase A: 52 weken
Fase B: 6 contracten in 3 jaar
Fase C: Onbepaalde tijd
Als het aan van Gennip ligt wordt dat:
Fase A: 52 weken
Fase B: 6 contracten in 2 jaar
Fase C: Onbepaalde tijd
Van Gennip wil dit in de wet vastleggen. Op die manier is het ook niet mogelijk om daar per cao van af te wijken. Daarnaast wordt de afkoelingsperiode verlengd naar 5 jaar. Op dit moment is het 6 maanden.
Voorbeeld:
Iemand heeft 52 weken een Fase A contract gehad, vervolgens 6 contracten in 3 jaar in Fase B. De persoon gaat uit dienst en komt na 6 maanden en 1 dag terug in bij de opdrachtgever. Deze persoon begint dan opnieuw in Fase A en kan dus 4 jaar (of 3 jaar in de nieuwe siuatie) op uitzendcontracten werken.
Als het plan van van Gennip doorgaat moet het minimaal 5 jaar en 1 dag duren voordat deze persoon opnieuw voor de opdrachtgever mag werken.
We hebben het er in het artikel over controversieel verklaren ook al over gehad. Demissionair minister van Gennip wil graag regels aanpassen rondom zzp’ers.
Zo wil ze strengere handhaving van schijnzelfstandigheid, een duidelijke definitie van het begrip zzp’er en een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioenopbouw voor zzp’ers.
Daarbij gaat de komende jaren de zelfstandigenaftrek omlaag. Van € 5.030 in 2023 naar € 3.750,- in 2024. Vervolgens jaarlijks stapsgewijs naar € 900,- in 2027. Door een verlaging van de aftrek betaal je als zelfstandige dus extra belasting.
Lage-inkomensvoordeel (LIV) biedt een tegemoetkoming aan werkgevers voor medewerkers die 100 – 125% van het minimumloon verdienen. Vanaf 1 januari 2024 wordt de bovengrens 116% van het minimumloon. Voor werkgevers met medewerkers die tussen de 116% en 125% zitten vervalt vanaf 1 januari 2024 het LIV. Vanaf 1 januari 2025 zal LIV volledig verdwijnen.
LKV is een regeling die het aantrekkelijker maakt voor werkgevers om medewerkers aan te nemen die een kwetsbare positie hebben op de arbeidsmarkt. Een van de types is het LKV voor medewerkers van 56 jaar of ouder. Deze regel zal vanaf 1 januari 2026 gaan verdwijnen.
Vorig jaar is voor het eerst in jaren de maximale onbelaste reiskostenvergoeding omhoog gegaan van € 0,19 naar € 0,21 per km. Op 1 januari 2024 gaat deze vergoeding naar € 0,23 per km. Dit betekent overigens niet dat je dit bedrag ook moet uitbetalen aan je medewerkers. Of dat het niet hoger mag zijn. Houd er wel rekening mee dat het deel boven de € 0,23 wordt gezien als loon. Hier moeten loonheffingen over worden ingehouden.
Momenteel levert het vergoeden van een ov-kaart voor een medewerker veel administratie op bij werkgevers. Zo moet de werkgever aannemelijk maken dat de waarde van de kaart niet hoger is dan de daadwerkelijk zakelijk gemaakte reiskosten. Anders moet er loonheffing afgedragen worden over het verschil.
Ook met het oog op duurzaamheid vindt het kabinet dat dit makkelijker kan. Daarom hoeft er over de ov-kaart geen loonheffing meer betaald te worden vanaf 1 januari 2024. De enige voorwaarde is dat de kaart mede zakelijk gebruikt wordt. Hier valt ook woon-werkverkeer onder.
Op 1 januari 2022 is het STAP-budget ingevoerd. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarkt Positie en was de vervanging voor het aftrekken van scholingskosten bij de inkomstenbelasting. Iedere 2 maanden kwam er een nieuwe aanvraagronde. Vaak was het beschikbare budget al binnen enkele uren vergeven. In november 2023 gaat de laatste aanvraagronde open.
Vanaf 1 januari 2024 gaat een deel van het beschikbare budget over van STAP naar SLIM. SLIM staat voor Stimuleringsregeling voor Leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen. Via de SLIM-regeling kunnen werkgevers subsidie aanvragen voor de opleiding en ontwikkeling van werknemers. Daarnaast wordt er een mogelijkheid toegevoegd om ook individuen buiten hun werkgever bij te laten scholen. Hoe dit precies vorm gaat krijgen is nu nog niet bekend.
Vanaf 1 januari 2024 wordt de vrije ruimte van de werkkostenregeling waarschijnlijk 1,92% over de eerste € 400.000,- van de fiscale loonsom. Daarboven blijft de vrije ruimte 1,18%. In 2023 werd de vrije ruimte tijdelijk verhoogd van 1,7% naar 3%.
Deze ruimte kan gebruikt worden door werkgevers om vergoedingen of cadeaus te geven aan medewerkers zonder hier loonbelasting over te betalen.
Er wordt steeds meer ingezet op het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie. Dit komt samen in het wetsvoorstel Toezicht Gelijke Kansen bij Werving en Selectie. Daarmee worden werkgevers en intermediairs verplicht om een beleid te hebben waaruit blijkt dat iedereen een gelijke kans op een baan heeft. In 2024 wil het kabinet aandacht besteden aan verdere voorlichting en het ontwikkelen van hulpmiddelen. Dit voorstel moet overigens nog door de Eerste Kamer goedgekeurd worden.
Het kabinet verwacht voor komend jaar een inflatie van 3,6%. Daarnaast is de verwachting dat de lonen stijgen met gemiddeld 5,2%. Op die manier zou dat voor de meeste huishoudens een koopkrachtstijging betekenen. Daarnaast neemt het kabinet extra maatregelen om de kosten behapbaar te houden.
Om armoede te bestrijden verhoogt het kabinet de huurtoeslag met maximaal € 416 per jaar. Ook het kindgebonden budget gaat omhoog en lage en middeninkomens betalen minder belasting door een verhoging van de arbeidskorting.
Daarentegen gaan de zorgpremies wel omhoog. De premie van de basisverzekering zal met ongeveer € 12,- stijgen en daardoor gemiddeld uitkomen op € 149,- per maand. Door middel van zorgtoeslag kunnen lage en middeninkomens gecompenseerd worden. De maximale zorgtoeslag voor 2024 is € 127,-. De verhoging van de zorgtoeslag die afgelopen jaar werd ingevoerd, vervalt in 2024.
Afgelopen jaar was er een mogelijkheid voor huishoudens met lage inkomens en hoge energiekosten om een tegemoetkoming te krijgen. Dit Tijdelijk Noodfonds Energie zal ook deze winter weer huishoudens kunnen ondersteunen. Op dit moment wordt nog uitgezocht hoe energieleveranciers en overheid dit vorm gaan geven. Meer informatie en updates zijn te vinden op de website van het noodfonds.
Zoals je van ons gewend bent houden we alle ontwikkelingen in de gaten. Bij wijzigingen of nieuwe plannen laten we dat weten. Heb je vragen over 1 van de onderwerpen? Dan kun je contact met ons opnemen.